Kwaliteit vs betaalbaarheid
De Tweede Kamer houdt donderdag 6 december opnieuw een debat over de Wet kwaliteitsborging voor het bouwen (Wkb). Het betreft een nieuwe wet om de kwaliteit van bouwprojecten te vergroten en opdrachtgevers ervan te verzekeren dat ze meer waar voor hun geld krijgen. Eerder al zou minister Plasterk deze wet indienen maar wachtte, omdat er nogal wat haken en ogen aan bleken te zitten.
Minister Ollengren heeft een aantal aanpassingen gedaan en zal op 6 december de wet opnieuw bespreken in de Tweede Kamer.
Ik denk dat het goed is dat deze wet er komt. Niet omdat er structureel niet goed gebouwd wordt, maar wel omdat de wet ons dwingt het bouwproces anders in te richten, waarbij kwaliteitsmetingen en sancties een prominente rol gaan spelen.
Tevens zal er meer aandacht komen voor industrieel bouwen, immers, in geconditioneerde processen is kwaliteit beter te waarborgen. Dit helpt de bouwsector te vernieuwen.
Zorg is echter wel het moment van invoeren en de verwachting dat bouwen hierdoor goedkoper wordt. Voor de lange termijn bij assemblage van geprefabriceerde elementen, geloof ik hier wel in. Voor nu in een overspannen markt, gebrek aan mensen en materialen en het verplichte gasloos bouwen zou ik adviseren de wet gedoceerd in te voeren.
De Van Dijk Bouwgroep beweegt mee met bovenstaande ontwikkelingen, waarbij het leveren van kwaliteit en het in hoge mate toepassen van prefab elementen in de genen zit.
Het verankeren van processen staat hoog op onze agenda voor 2019.
Jeroen van Dijk